Het Nederlandse subsidiesysteem schaadt de wetenschap

· Politiek, Wetenschap
Auteurs

Het Nederlandse systeem van onderzoekfinanciering, waar vrijwel alles in competitie verdeeld wordt is een ramp. Het leidt tot een enorme verspilling van tijd en geld, het brandt jonge wetenschappers af en het maakt Nederland minder aantrekkelijk voor toptalent.

Bij de recente vici ronde was het slagingspercentage 13%. Bij de vici en de vidi ronden van vorig jaar was het 15% en laatste ronde van de projectruimte (een subsidievorm voor natuurkunde) was het zelf 12%. De uitkomst is niet veel beter dan een loterij. Zeker de winnaars van de onderzoeksubsidies zijn meestal uitstekende wetenschappers, maar dat zijn een groot deel van 85% die het niet krijgen ook. Bedenk verder dat in de jury bijvoorbeeld scheikundigen zitten die moeten beslissen of een excellente bioloog beter is dan een excellente wiskundige of net andersom. Vaak wordt er dan gekeken naar wat een kandidaat aan eerdere subsidies heeft binnengehaald, waardoor een stapeling van beurzen volgt voor de lucky few, en minder gelukkigen in de eerste ronde, keer op keer hun neus stoten. Dit is het Mattheüs effect waar mijn collega Klaas Landsman over heeft geschreven.

Ondertussen hebben afgelopen jaar 700 talentvolle onderzoekers voor niets weken gewerkt aan een vici of een vidi voorstel, een verspilling van circa 60 onderzoekersjaren alleen voor de NWO vernieuwingsimpuls. En dan tel ik nog niet eens de tijd van referenten en juryleden in dit circus mee. Alles in de naam van eerlijke competitie. Het is ook op een andere manier inefficiënt. Ik sprak laats een onderzoeker die in een subsidieronde een aantal jaren geleden een mooi meetinstrument heeft mogen kopen en daarbij financiering kreeg voor een promovendus om de metingen te doen. Daar was veel moois uitgekomen, maar helaas was het niet gelukt om een vervolgaanvraag toegekend te krijgen, zodat het instrument nu stof vergaart in de kelder.

Hoe zijn we in deze situatie beland ? Vroeger hadden universiteiten een budget wat ruim genoeg was om naast de vaste staf ook een klein aantal postdocs en promovendi aan te stellen. Het afgelopen decennium is dit extra budget helemaal verdwenen. Na de crisis is vrijwel alles en iedereen zonder vaste aanstelling wegbezuinigd. Ook is er vanuit de politiek geld overgeheveld van de eerste geldstroom (universiteiten) naar de tweede (NWO en andere geldschieters) waar het geld meer door de politiek kom worden gestuurd. Denk bijvoorbeeld aan de topsectoren en de nationale wetenschapsagenda. Op het ogenblik is het zo dat een universitaire onderzoeksgroep geen geld heeft voor een incidentele promovendus maar juist 10-15% van hun vaste staf op een beurs die het salaris betaald moet hebben om financieel gezond te blijven. Dit zorgt voor allerlei perverse prikkels in het systeem.

Zo wordt het personeelsbeleid van de universiteit tegenwoordig voor een groot deel bepaald door het subsidielandschap en wordt is de vraag wat de kandidaten aan potentieel voor subsidies (kan hij/zij nog een vidi aanvragen ?) hebben misschien wel belangrijker dan wie de beste wetenschapper is en wie het best in groep past. Ook het tenure en het promotie beleid wordt bepaald door de subsidies. Als je geen beurs binnenhaalt, dan ook geen vaste baan. Met een typische kans van 1 op 7 om een beurs binnen te halen, hangt dit vaak jaren als een zwaard van Damocles boven het hoofd van talentvolle jonge wetenschappers. Als het dan eindelijk lukt, begint het carrousel opnieuw, ditmaal om promotie naar UHD te bereiken. De verplichting om steeds weer voorstellen te schrijven ondanks de kleine slagingskans is de grootste factor in werkdruk en stress bij wetenschappelijk personeel.

Dit alles maakt Nederland ook minder aantrekkelijk voor toptalent. Ik ken diverse gevallen waar iemand een aanbieding kreeg voor een tenure-track positie, maar besloten een positie in een ander land aan te nemen bij het zien van de voorwaarde dat er een subsidie gescoord moest worden en na wat informatie ingewonnen te hebben over het Nederlandse subsidie systeem. Kan het beter ? Ja, vele landen om ons heen hebben een betere verdeling van basisfinanciering en competitie. Daarover de volgende keer meer.

2 reacties

Comments RSS
  1. Sjarrel Jansen

    Wat zou een goed alternatief zijn?

  2. NicolodeGroot

    Ik ben bezig met een stukje daarover, maar bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, waar ik 6 jaar heb gewerkt en nog steeds referent ben, doet het beter.

Plaats een reactie